Casus
North Financial Overseas Corporation (NFOC) heeft USD 120 miljoen uitgeleend aan Trellas, een Cypriotische onderneming. Tot zekerheid voor de terugbetaling heeft Trellas onder meer 51% van haar aandelen aan NFOC in pand gegeven, hierna pandrecht 1.
In de pandakte is bepaald dat ingeval van tekortschieten door Trellas, NFOC het pandrecht kan uitwinnen door middel van overdracht van de aandelen aan zichzelf.
Trellas houdt daarnaast 75 % van de aandelen in Svyaznoy N.V. (hierna: S). Trellas heeft 51% van haar aandelen in S verpand aan de Russische bank P tot zekerheid van aan Trellas en haar groepsvennootschap Enter LLC verstrekte geldleningen, hierna pandrecht 2.
Trellas is haar verplichtingen jegens NFOC niet nagekomen. De leningen zijn door NFOC opgeëist en, toen betaling uitbleef, zijn er door NFOC stappen ondernomen tot uitwinning van pandrecht 1, in die zin dat NFOC de aandelen op naam wenst te krijgen.
Op 26 december 2014 hebben de aandeelhouders van Trellas de statuten gewijzigd, zodanig dat belangrijke besluiten met een meerderheid van 95% van de aandeelhouders moeten worden genomen.
NFOC heeft op Cyprus een procedure aangespannen. De rechter op Cyprus heeft een Transfer order afgegeven, inhoudende dat de aandelen op grond van pandrecht 1 aan NFOC moeten worden overgedragen. Hiertegen is door de huidige aandeelhouders van Trellas bezwaar gemaakt. De uitvoering van de transfer order is daarmee geschorst totdat de Cypriotische rechter uitspraak heeft gedaan.
NFOC heeft op 8 december 2014 conservatoir beslag gelegd op de aandelen die Trellas in S houdt.
Op 13 januari 2015 in aangekondigd dat ten overstaan van een notaris 15% van de aandelen S openbaar zouden worden verkocht. Deze aankondiging heeft via advertenties in het Financieel Dagblad en Parool plaatsgevonden, alsmede door aanplakking op openbare plakzuilen. Deze verkoop heeft op 19 januari daarna plaatsgehad.
Op 22 januari is Trellas door de voorzieningenrechter bij verstek veroordeeld tot betaling van ruim 2 miljard Russische roebel aan P. P heeft Trellas gedagvaard in een bodemprocedure.
Op 24 januari 2015 is wederom een openbare verkoop aangekondigd van 15% van de aandelen S. Deze veiling stond gepland voor 30 januari 2015.
NFOC vordert dat de openbare verkoop niet doorgaat, totdat duidelijkheid ontstaat over de procedure in Cyprus. Ook de notaris die de verkoop zou begeleiden is betrokken in de procedure.
NFOC stelt daarnaast dat het P niet te doen is om voldoening van haar vordering, maar dat P via deze wijze op goedkope wijze aandelen in S wenst te verwerven. Zij stelt verder dat het aandelenpakket op de veiling van 19 januari 2015 slechts een fractie van de waarde heeft opgebracht
NFOC vordert onder meer:
– P te verbieden, zolang NFOC nog niet de meerderheid van de bestuurders van Trellas en S heeft benoemd haar pandrecht uit te winnen;
– het de Notaris te verbieden om zolang NFOC nog niet de meerderheid van de bestuurders van Trellas en S heeft benoemd uitvoering te geven aan de executie van enig pandrecht op aandelen in S.
Rechtbank (voorzieningenrechter)
De rechtbank overweegt als volgt:
Het staat P in beginsel vrij om haar rechten als pandhouder op de aandelen S uit te oefenen. Zij dient daar bij wel rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van anderen, zoals andere schuldeisers, waaronder NFOC als schuldeiser van Trellas en het feit dat NFOC beslag heeft gelegd op de aandelen die Trellas in S houdt. Daarnaast speelt het feit dat NFOC stelt dat zij een meerderheidsbelang in Trellas zal verkrijgen een rol.
NFOC heeft aan P toegezegd dat zij, zodra zij een meerderheidsbelang heeft in Trellas zal zorgdragen dat de vordering van P zal worden voldaan.
Daarnaast heeft P volgens de voorzieningenrechter onvoldoende haar belang bij verkoop van de verpande aandelen aangetoond.
Daarbij merkt de voorzieningenrechter op dat ingeval NFOC geen meerderheidsbelang verkrijgt dan wel niet overgaat tot betaling van de door P gestelde vordering, P alsnog tot uitwinning over zal kunnen gaan.
Volgens de voorzieningenrechter bestaat het belang van NFOC voorts onder meer hierin dat, ingeval overgegaan wordt tot openbare verkoop van de verpande aandelen, de opbrengst hiervan zo hoog mogelijk is, waarbij de wijze waarop de veiling georganiseerd wordt van belang is. Hoewel partijen van mening verschillen over de marktwaarde van het te veilen aandelenpakket zijn zij het erover eens dat het in elk geval (minimaal) gaat om een bedrag van tegen de twintig miljoen euro. Dit betekent dat alleen van diegenen die tot grote investeringen in staat zijn kan worden verwacht dat zij belangstelling zouden kunnen hebben. Het is een feit van algemene bekendheid dat deze groep gewoonlijk niet via aankondigingen op openbare plakzuilen wordt bereikt. Van belang is verder dat het hier gaat om aandelen in een bedrijf dat actief is in de Russische telecombranche. Het is kwestieus of een aankondiging in uitsluitend twee Nederlands dagbladen, waarvan er slechts één zich specifiek op de relevante doelgroep (voor zover in Nederland gevestigd) richt, voldoende is om die mate van belangstelling die naar verwachting tot een maximale opbrengst leidt, op te roepen. Daar komt bij dat mogelijke bieders zich zullen willen verdiepen in het bedrijf waarin zij een belang kunnen nemen. Een termijn van zes dagen tot het moment van de veiling is daarvoor in omstandigheden als hier aan de orde onvoldoende.
De wijze waarop de veiling is georganiseerd brengt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat met de voorgenomen veiling onvoldoende rekening wordt gehouden met de gerechtvaardigde belangen van NFOC.
Het belang een hoge opbrengst met de veiling te willen realiseren strijd niet met het belang van P, tenzij P als executerend pandhouder de aandelen zelf voor een lage prijs wenst te verwerven. De figuur van pandrecht is echter door de wetgever niet met dat oogmerk in het leven geroepen, zodat dat belang ondergeschikt moet worden geacht aan dat van NFOC.
Teneinde te bewerkstelligen dat bij de uitwinning door P van haar pandrecht in voldoende mate rekening zal worden gehouden met de belangen van NFOC, zal het verbod om het pandrecht uit te oefenen worden toegewezen in die zin dat PSB zal worden verboden om haar pandrecht op de aandelen in het kapitaal van S uit te winnen totdat in de in Cyprus aanhangige procedure de ‘Transfer order’ uitspraak is gedaan. De vordering tegen de notaris wordt toegewezen in gelijke zin als tegen P.
Belang voor de rechtspraktijk
Indien een notaris wordt belast met de executie van een pandrecht op aandelen zal de notaris volgens de voorzieningenrechter een belangenafweging moeten maken. Het doel van de executieveiling zal moeten zijn om een zo hoog mogelijke opbrengst te realiseren. De veilende notaris dient hier bij de organisatie van de veiling rekening mee te houden, door onder meer te kijken naar de achterliggende vennootschap en haar markt alsmede op welke wijze en binnen welke termijn de veiling aangekondigd wordt.