Geen stilzwijgende benoeming bestuurders

3 september , 2014
3 minuten

Rechtsvraag : Geen stilzwijgende benoeming bestuurders

Casus

Het concern bestaat uit een aantal vennootschappen en een stichting administratiekantoor (Stak). Op 21 december 1998  is de Stak opgericht. De statuten van de Stak bepalen onder meer dat alle bestuursleden worden benoemd voor een periode van maximaal 4 jaar en dat herbenoeming onbeperkt mogelijk is.

A en B zijn bij het handelsregister ingeschreven als bestuurders van de Stak. In de periode 2012 zijn er diverse besluiten genomen onder meer:

Het besluit van 8 maart 2012 tot ontslag van X als bestuurder van de holding door de algemene vergadering van de holding (lees: Stak);

Het besluit van 14 maart 2012 van de holding tot ontslag van bestuurder B van de Stak;

Het besluit van 20 april 2012 tot benoeming van Y als bestuurder van de Stak;

en het besluit van 14 mei 2012 tot wijzigen van de statuten van de Stak.

Eisers (ondermeer X ) stellen dat voornoemde besluiten nietig zijn nu A en B ten tijde van het nemen van de besluiten officieel geen bestuurders meer waren omdat hun benoemingstermijn is verstreken en geen herbenoeming heeft plaatsgevonden. Verweerders (holding en Stak) stellen dat er sprake is van stilzwijgende herbenoeming en doen subsidiair een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid van art. 2:8 BW. Daarnaast voeren zij aan dat bestuurder A en B hun bevoegdheid tot stemmen ontlenen aan zaakswaarneming als bedoeld in artikel 6:198 BW.

Oordeel Rechtbank:

Ten aanzien van het besluit van 8 maart 2012 stellen eisers dat dit besluit tot ontslag nietig is omdat de besluitvorming ongeldig is. Het besluit moest door de Stak als aandeelhouder van de holding worden genomen. De Stak is echter volgens eisers niet rechtsgeldig vertegenwoordigd door A en B aangezien zij op dat moment geen bestuurder van de Stak meer waren. Hun termijn als bestuurder was op dat moment al afgelopen en geen van beiden is herbenoemd. De termijn voor bestuurder A liep af op 1 december 2004 en voor bestuurder B op 20 maart 2005. Verweerders stellen zich op het standpunt dat er sprake is van een stilzwijgende verlening van de bestuursbenoemingen, aangezien zij zich jarenlang als bestuurders hebben gedragen en eisers zich daar niet tegen hebben verzet, zodat verweerders er op mochten vertrouwen dat ze waren herbenoemd.

De Rechtbank oordeelt als volgt. De statuten van de Stak bevatten specifieke regels en voorwaarden die de totstandkoming van het besluit tot (her)benoeming van bestuurders regelen en dat de duur van de benoeming expliciet in de statuten is gemaximeerd. Het bestuurslidmaatschap eindigt na 4 jaar van rechtswege, aldus de Rechtbank. Een stilzwijgende herbenoeming rijmt derhalve niet met de statuten waarin een expliciete wijze van herbenoeming van de bestuursleden is opgenomen. Voorzover er al een basis zou zijn in welk kader herbenoeming op grond van het vertrouwensbeginsel mogelijk zou zijn gaat dit verweer hier niet op nu de statuten het benoemen van de verschillende bestuurders door verschillende organen voorschrijft.

Dit betekent dat voor de rechtbank is komen vast te staan dat de termijnen voor bestuurder A en B zijn geëindigd en dat zij ten tijde van het nemen van het besluit van 8 maart 2012 geen bestuurder meer waren in de zin van de wet en de statuten. Daardoor hebben zij ook niet langer de bevoegdheden van de bestuurder, ook al zijn zij zich als bestuurder blijven gedragen. Hieruit vloeit voort dat het besluit van 8 maart 2012 niet is genomen door een daartoe bevoegd orgaan van de Stak en daarmee non-existent is.

Een beroep op art. 2:8 BW faalt. Dit artikel is gericht op de verhoudingen binnen de rechtspersoon en kan slechts door de Stak ingeroepen worden.

Voor zaakswaarneming is onder meer van belang dat degene die de zaak waarneemt dit op redelijke gronden doet. Daarvan is hier volgens de rechtbank geen sprake.

De rechtbank oordeelt dat het besluit van 8 maart 2012 nietig is. Daardoor was X nog bestuurder van de holding ten tijde van het nemen van de besluiten op 14 maart 2012 en 20 april 2012. Nu alle besluiten volgens de statuten van de holding met volstrekte meerderheid van de stemmen moeten worden genomen en het bestuur ten tijde van het nemen van die besluiten bestond uit X en A is er geen meerderheid en was A niet bevoegd de holding te vertegenwoordigen. Deze besluiten zijn volgens de rechtbank nietig wegens totstandkomingsproblemen.

Nu Y niet rechtsgeldig als bestuurder van de Stak is benoemd en A en B ook geen bestuurder van de Stak meer waren is het besluit van 14 mei 2012 tot het wijzigen van de statuten nietig.

Belang rechtspraktijk

In de praktijk komt het regelmatig voor dat een zittingsduur eindigt zonder expliciete herbenoeming. Uit deze uitspraak blijkt duidelijk dat indien een bestuurder voor een bepaalde periode benoemd er altijd een herbenoemingsbesluit moet worden genomen. Zo niet, dan kan het gebeuren dat er op enig moment geen rechtsgeldig benoemde bestuurders meer zijn omdat de termijn  voor alle bestuurders is verstreken. Als de statuten dan geen voorziening bieden hoe moet worden gehandeld en wie dan bevoegd is tot benoeming als er geen bestuurders meer in functie zijn kan er geen besluitvorming plaatsvinden en kunnen ook geen nieuwe bestuurders worden benoemd. De enige oplossing die dan nog resteert is een gang naar de rechtbank met het verzoek in de vacatures van het bestuur te voorzien. Zorg er dus voor dat herbenoemingen tijdig geschieden!

Inhoudsopgave :Geen stilzwijgende benoeming bestuurders